Het springplank-effect van het Máximacollege

“Achter alles wat we doen zit een gedachte. We doen nooit iets zomaar.” Onze directeur zegt altijd: ‘hier laten we leerlingen shinen’. Op bezoek bij het Máximacollege in Ridderkerk dat sectorbreed gebruik maakt van SVA.

Met uitgestoken hand en een vriendelijke glimlach komt hij naar ons toe: Farish Hasanradja, mentor en praktijkdocent detailhandel en logistiek. “Fijn dat je er bij bent”, zegt ie. “We hadden dit interview telefonisch kunnen doen, maar het is veel beter om met eigen ogen te zien hoe wij werken en ons onderwijs organiseren.”

SVA ingebed in alle sectoren

De leerlingen van het Máximacollege komen behalve uit Ridderkerk uit plaatsen als Barendrecht, Zwijndrecht, Alblasserdam, maar ook uit Dordrecht en Rotterdam. In het curriculum van het Máximacollege (ca. 170 leerlingen) speelt SVA een belangrijke rol. In alle richtingen die de leerlingen kunnen kiezen duikt SVA op. Er zijn certificerende trajecten voor onder meer Werken in het groen, dierverzorging, Werken in de keuken, bouw en houtbranche. Zelf kreeg Farish vijf jaar geleden – mede vanwege zijn ervaring bij sportkleding- en schoenenketen Foot Locker – de opdracht om certificerende trajecten op te gaan zetten voor Werken in de winkel en in de logistiek. “We hebben ons goed georiënteerd op partners en SVA kwam als beste uit de bus. Waarom? Doorslaggevend voor de keuze was voor onze school het gemak dat SVA biedt. Als docenten heb je het druk en SVA ontzorgt. Denk aan de beoordelingsformulieren en de certificeringsboeken. SVA is relatief makkelijk in te voeren. Ook kunnen leerlingen makkelijk overzicht krijgen en behouden.”

Leren in de echte wereld

Precies op het moment van het gesprek, vindt elders in Ridderkerk in een AH-filiaal het SVA1-examen plaats, vertelt Farish. “Bij de opzet hier van Werken in de winkel hebben we goed rondgekeken bij andere scholen. Wat ze zagen is dat veel scholen een lokaal ombouwden tot een interne winkel waar leerlingen vaardigheden opdoen. We zijn voorstander van zoveel mogelijk leren in de echte wereld. Dat leerlingen, ook bij SVA1, zoveel mogelijk ervaren hoe het is om in een winkel te werken.” Daarom is een pilot gestart dankzij een welwillende AH-bedrijfsleider “die deze doelgroep een kans wilde geven.” Onder begeleiding van een docent kunnen kleine groepjes leerlingen in de AH, temidden van het winkelend publiek, een dagdeel per week  kennismaken met het Werken in de winkel en leren ze – gehuld in AH-bedrijfskleding – praktische vaardigheden. “Dat kan dus betekenen dat een winkelklant een vraag heeft en stelt aan een leerling. Real life leren dus.”

Netwerk van bedrijven

Het Máximacollege kan putten uit een groot scala aan stagebedrijven in Ridderkerk in omgeving. Het resultaat van zorgvuldig en professioneel netwerken en relatiebeheer én de inzet van bevlogen stagebegeleiders. “We hebben goede contacten met het bedrijfsleven. Ondernemersvergaderingen halen we hier in de school en onze leerlingen zorgen dan voor hapjes en drankjes, serveren en ruimen alles op. Door deze vorm van hospitality gaan er veel deuren open en kunnen we ons goed op de kaart zetten bij ondernemers. Over stageplaatsen hebben we zeker niet te klagen. En in deze tijden van personeelsschaarste is samenwerking een win-win. Regelmatig ligt er een arbeidscontract klaar voor de leerling na de opleiding hier. Ook zetten we steeds meer pilots op met bedrijven waar veel vacatures zijn. Binnenkort gaat de eerste leerling van ons uitstromen naar Van der Valk met een 32-uurs contract.”

Kleinschaligheid als kracht

Het Máximacollege is een relatief kleine praktijkschool (ca. 165 leerlingen) met een inpandige rebound voorziening voor leerlingen die zijn vastgelopen in het regulier vo-onderwijs (ca. 20 leerlingen). Die kleinschaligheid wordt gekoesterd, laat Farish desgevraagd weten. “Jaarlijks hebben we plaats voor ongeveer 30 nieuwe leerlingen. We zijn een soort verlengde basisschool. Alle docenten hebben zicht op de leerlingen. In ons pedagogisch klimaat zetten we sterk in op veiligheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. We werken met de aanpak van PBS (positive behaviour support, red.). We willen dat de leerling zich zoveel mogelijk eigenaar voelt van de school en van zijn eigen ontwikkeling.”

Deze uitgangspunten zijn tot in de haarvaten van de werkwijze en schoolcultuur van het Máximacollege geïntegreerd. “Achter alles wat we doen, zit een gedachte. We doen nooit iets zomaar”, zegt Farish stellig. Een voorbeeld. In leerjaar 1 en 2 maken leerlingen in een soort carrousel kennis met de praktijkvakken. Ook verrichten ze allerlei klusjes in en rond de school. Van schoonmaken, baliewerkzaamheden tot kantinediensten en het onderhouden van het groen rondom de school. “Door die ‘diensten’ – ingeroosterd in de onderwijsprogramma’s – snuffelen de leerlingen al een beetje aan de sectoren én ervaren ze dat ze samen met docenten en ondersteunend personeel deel uitmaken van één gemeenschap: het is ‘hún’ school.” Aan het einde van het tweede schooljaar organiseert het Maximacollege een ‘sectorenmarkt’ waar stagebedrijven zich presenteren en komen vertellen wat ze doen en wat het werk inhoudt. Na de sectorkeuze volgen leerlingen in het derde jaar praktijkvakken die in het teken staan van beroepsoriëntatie. Aan het einde van leerjaar 3 worden definitieve keuzes gemaakt en bouwen leerlingen hun eigen portfolio op door het volgen van certificerende trajecten.

Basistheorie

Wat opvalt: de aandacht voor de theorie achter de praktijkvakken. Farish: “We koppelen aan de praktijkvakken en -stages ook basistheorie. We investeren veel in methodes. Zo hebben we bijvoorbeeld voor Werken in de detailhandel licenties bij KIEM. We kijken heel nauwkeurig wat leerlingen in de context van hun stage moeten weten en kunnen en verbinden daar theorie aan. Leerlingen krijgen die hier op school in kleine groepjes aangeboden. De SVA-examinatoren zijn vaak onder de indruk van wat onze leerlingen kunnen en weten. Als hier de leerlingen op SVA-examen gaan, weten we eigenlijk zeker dat ze het gaan halen. Het is het sluitstuk van een traject. Door de beoordelingsformulieren van SVA weten de leerlingen precies wat ze moeten kunnen en komen ze goed voorbereid op het examen.”

Eigenaarschap leerlingen

Met een vanzelfsprekendheid die de nodige routine verraadt, verzorgt Farish na het interview een korte rondleiding. Het lijkt alsof het schoolgebouw vorige maand geopend is, maar in werkelijkheid is het 15 jaar oud. De entree, de aula, de lokalen, praktijkruimtes, het sportplein; het ziet er allemaal uit om door een ringetje te halen. Schoon, fris en tot in de puntjes verzorgd. En de hand van de leerlingen is inderdaad zichtbaar. Zij helpen mee om de ruimten, lokalen en toiletten schoon te houden en spullen op te ruimen. Het kan niet anders: dit moet een school zijn waar eigenaarschap met hoofdletters wordt geschreven.

“Groeidocument”

Op een wand bij de entree prijkt een metershoge hoog staatsieportret van koningin Maxima. Vorig jaar verraste de koningin het Máximacollege met een tot het laatst toe geheim gehouden werkbezoek en ging ze in gesprek met leerlingen, docenten en directie. Maar het zijn vooral de leerlingen die hier moeten “shinen”,  vertelt Farish tijdens de rondgang. In hun portfolio verzamelen leerlingen systematisch bewijzen van hun ontwikkeling en de stappen die ze zetten, hoe klein dan ook. Elke taak wordt aan de hand van de STAR-methodiek (situatie, taak, actie, resultaat) door de leerling beschreven, inclusief een korte reflectie. Wat ging goed? Wat kan beter? Foto’s maken de activiteit ook letterlijk zichtbaar. Elke leerling bouwt zo zijn “groeidocument” op. Wat ook in het oog springt: het gebruik van “Trots op-‘’formulieren. Leerlingen vullen deze in en vertellen wat hen trots heeft gemaakt in de lessen en op stages.

School uitdragen

Die trots straalt ook Farish zelf uit. “Als je hier werkt, moet je uitdragen dat dit jouw toko is.” Vijf jaar geleden koos hij als leerkracht in het basisonderwijs voor een nieuwe stap en werd hij mentor en vakdocent op het Maximacollege. “Als leraar in de bovenbouw in het PO had ik al een zwak voor deze groep leerlingen. In het reguliere onderwijs liepen ze vaak achter de feiten aan bij vakken als rekenen, taal en begrijpend lezen. Ook de wereldoriëntatie-vakken waren vaak moeilijk voor hen. Ik ontdekte toen al: als ze praktisch aan de slag gaan en iets moeten maken, dan zie je ze groeien.” Die talenten komen hier tot wasdom, stelt Farish. De helft van de leerlingen stroomt uit naar een baan, de andere helft gaat naar de entree-opleiding van het Albeda College of het Zadkine. De uitstroom naar het mbo groeit, signaleert Farish. “We begrijpen heel goed dat leerlingen en ouders het belangrijk vinden een mbo-diploma te hebben. Ook voor het zelfbeeld. Onze school is een springplank naar een baan en naar het mbo. Zo hebben we nu een aantal meiden die nu op mbo-3/4 niveau zorgopleidingen doen. Wel moet er het leervermogen zijn om mbo-2 of mbo-3 te halen. Anders is het vaak beter uit te stromen naar werk. Er zijn veel mogelijkheden.”

Nieuwe mogelijkheden

En die mogelijkheden gaan op het Maximacollege alleen maar toenemen, laat Farish tot slot weten. Sectoren waarop de school zich verder gaat richten met nieuwe arbeidstoeleidende trajecten zijn de bouw- en zorgsector. “Wel willen we onze kleinschaligheid blijven vasthouden. En de kwaliteit die we nu hebben consolideren. Die staat als een huis en willen we als team en directie samen borgen.”